Kolfruimtes belabberd geregeld door werkgevers

67% duikt een lege werkruimte in

Hoofddorp, 16 januari 2018. Ondanks dat vrouwen na hun zwangerschapsverlof recht hebben op een kolfruimte op het werk die voldoet aan de wettelijke eisen, belandt een grote meerderheid nog steeds in het serverhok of tapt hun moedermelk af in de auto. Zo blijkt uit grootschalig onderzoek van Ouders van Nu.

Na je zwangerschapsverlof heb je in Nederland het recht om je moedermelk af te kolven of je kind op het werk te voeden gedurende de eerste 9 maanden na de geboorte. Een werkgever moet dat te faciliteren. Door te zorgen voor een ruimte die rustig is, dicht kan en waar niemand naar binnen kan kijken. Er moet een stopcontact zijn, bij voorkeur stromend water, een comfortabele stoel of bank, het moet er behaaglijk zijn en tochtvrij. Dit alles om borstvoeding, de meest gezonde voeding voor een baby, te stimuleren. En: lukt dat op de werkvloer? Nee, zo blijkt uit onderzoek van Ouders van Nu onder ruim 1200 vrouwen.

Waar kan ik zitten?

78% van de ondervraagden heeft gekolfd op kantoor. 67% deed dat niet in een ruimte die voldoet aan de wettelijke eisen, omdat deze ruimte niet aanwezig was. Slechts 33% had wel beschikking over een kolfplek die voldeed aan de eisen zoals die in de wet zijn opgenomen. De kwaliteit van deze aangeboden kolfruimtes is redelijk, ze worden gemiddeld gewaardeerd met een 6,8.

De zorgsector scoort slecht

De ruimtes die, bij gebrek aan een kolfruimte, als alternatief worden aangeboden krijgen een waardering van 5,3. Vooral in de zorg, horeca en onderwijs blijkt het lastig om op vaste tijden en plekken te kolven en zoeken werknemers vaak iedere dag opnieuw naar een leegstaand kantoortje of vergaderruimte.

Top 5 alternatieve kolfplekken:

1.Leegstaand kantoor of vergaderruimte
2. De serverkast of kopieerhok
3. Opslaghok of archiefruimte
4. Eigen werkplek
5. (Invaliden)toilet

Ook ‘in de auto’ komt regelmatig voorbij. Hilde Tholen, hoofdredacteur Ouders van Nu: ‘Er worden allerlei maatregelen genomen om borstvoeding te stimuleren. En ook een eerlijkere verdeling tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt staat al jaren op de politieke agenda. Het feit dat bij veel werkgevers een kolfruimte ontbreekt draagt niet bij aan deze twee doelen en de cijfers zijn daarom dan ook best verontrustend.’ Overigens zijn Nederlandse vrouwen geen opgevers. 50% kolfde, ondanks de slechte voorzieningen toch langer dan 6 maanden, slechts 0,5% stopte binnen een maand.